Creatief Schrijven MPhil

University of Bristol

MPhil: een op zichzelf staande, eenjarige (voltijdse) onderzoeksgraad. De studenten ondernemen hun eigen onderzoek of creatief project, dat uitmondt in de indiening van een proefschrift/project van 25.000 woorden (gewoonlijk 17.000-18.000 woorden creatief schrijven en 7.000-8.000 woorden kritisch schrijven). Studenten kunnen eenheden van onze gedoceerde masterprogramma's volgen als die voor hun onderzoek van belang zijn.

Doctoraat: een onderzoeksproject dat drie jaar duurt (voltijds, plus een periode om bij te schrijven) en uitmondt in een proefschrift/project van 80.000 woorden (gewoonlijk 50.000 woorden creatief werk - vaak een uittreksel van een langer project - en 30.000 woorden van een kritisch onderzoek). Behalve de mogelijkheid om leseenheden te controleren, kunnen promovendi vanaf hun tweede studiejaar ook zelf lesgeven.

Een postdoctorale onderzoekskwalificatie in Creatief Schrijven bestaat uit een origineel werk - gewoonlijk een roman, of een bundel poëzie/korte verhalen - met een begeleidend kritisch element. Het kritische element plaatst het creatieve werk in een geïnformeerde en getheoretiseerde analytische context.

Het totaal beoordeelde aantal woorden bedraagt 25.000 woorden voor onze MPhil en 80.000 woorden voor de PhD (of het equivalent voor poëzie). De verhouding tussen het creatieve en het kritische werk wordt door het begeleidingsteam afgesproken, maar zal in totaal meestal uit ongeveer 65-70 procent creatieve tekst en 30-35 procent kritische tekst bestaan.

Alle postdoctorale onderzoeksstudenten staan onder toezicht van twee academici, van wie er één gewoonlijk een academicus creatieve schrijfkunst is en de ander uit de Engelse literatuur of een verwante discipline die relevant is voor het creatieve en kritische werk. Net als bij de traditionele onderzoeksgraden wordt van het eindwerk verwacht dat het "een substantiële en originele bijdrage tot de kennis" levert. Voor Creatief Schrijven betekent dit een werkstuk dat op individuele, significante en aantoonbare wijze bijdraagt aan het huidige discours in de literatuur.

De relatie tot dergelijke vertogen wordt gearticuleerd in het creatieve werk en geconceptualiseerd en onderzocht in het kritische element; beide zijn bedoeld om dezelfde onderzoeksvragen aan te pakken, waardoor een dynamische wisselwerking tussen creatieve en kritische praktijk ontstaat.